De kloof tussen het vertrouwen in de bedrijfsresultaten en de verwachte marketingbudgetten wordt steeds groter. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van WARC onder ruim duizend marketeers wereldwijd.

Hoewel 59 procent van de marketeers verwacht dat de bedrijfsresultaten in 2026 beter uitpakken dan dit jaar, rekent slechts 19 procent op een hoger marketingbudget. Die kloof van veertig procentpunt toont de toenemende druk op marketeers om met minder middelen meer te bereiken.

Stephanie Siew van WARC wijst erop dat de meerderheid van zowel merk- als bureaumarketeers niettemin positief is gestemd over het komende jaar.

De belangrijkste zorg voor marketeers blijkt de economische situatie.

De verwachte budgetkrimp heeft gevolgen voor de marketingmix. Marketeers die minder budget verwachten, zetten eerder in op performance marketing (42 procent) dan op merkopbouw (29 procent).

Toch groeit het besef dat een balans tussen beide tot duurzamere resultaten leidt. Meer dan de helft van de marketeers (55 procent) beschouwt kortetermijndenken inmiddels als een groot probleem voor de sector, een forse stijging ten opzichte van de 25 procent die daar in 2022 wakker van lag.

De onrust over AI heeft zich de afgelopen twee jaar meer dan verdubbeld. Waar in 2023 nog 28 procent van de marketeers zich zorgen maakte over verstoring door kunstmatige intelligentie ligt dat percentage nu op 59 procent. De technologie wordt inmiddels doelgerichter ingezet dan tijdens de experimenteerfase. Zo gebruikt driekwart van de ondervraagden AI voor het samenvatten van teksten en concurrentie-analyses, zestig procent zet het in voor klantinzichten.

Toch blijft de onzekerheid groot. Ruim een derde vreest dat AI binnen drie jaar diverse menselijke functies in marketing zal vervangen. Bureaus voelen de dreiging sterker dan merkmarketeers: veertig procent van de bureaus voelt zich bedreigd, tegenover dertig procent van de merkmarketeers. Merken omarmen AI juist om sneller en goedkoper te schalen, terwijl bureaus hun eigen AI-capaciteiten opbouwen om hun positie te verdedigen.

Het onderzoek maakt deel uit van het Evolution of Marketing-programma van WARC. In januari volgt een derde rapport over de toekomst van media.

Foto: Creatopy / Unsplash

De opkomst van generatieve AI-platforms heeft een ongekend tempo bereikt. ChatGPT is doorgestoten naar de wereldwijde top vijf van meestbezochte websites en heeft daarmee Amazon van de ranglijst verdrongen.

Similarweb signaleert deze beweging in een onderzoeksrapport naar het gebruik van GenAI. De verschuiving markeert de overgang van AI als nieuwigheid naar een alledaags hulpmiddel voor miljoenen gebruikers.

Het gemiddelde aantal maandelijkse webbezoeken aan Gen AI-platformen steeg het afgelopen jaar met 76 procent, terwijl het aantal unieke bezoekers met 58 procent toenam.

De meest opvallende groei speelt zich af op mobiele apparaten. Het aantal app-downloads schoot omhoog met maar liefst 319 procent, wat erop wijst dat gebruikers AI steeds nadrukkelijker in hun dagelijkse routine verwerken.

ChatGPT’s stijging plaatst het naast digitale reuzen als Google, YouTube en Facebook. Van de tien meestbezochte websites wereldwijd is ChatGPT momenteel het enige generatieve AI-platform. Die dominante positie komt vooral door de manier waarop mensen het platform gebruiken: niet voor entertainment of online winkelen, maar voor antwoorden, creativiteit, productiviteit en leren.

(klik groot)

De relatie tussen ChatGPT en Google blijkt genuanceerder dan aanvankelijk gedacht. Van de 462 miljoen bezoekers die ChatGPT vorig kwartaal trok, gebruikt een overweldigende 95 procent ook Google. Ongeveer 441 miljoen gebruikers bezoeken beide platforms, wat aangeeft dat AI-assistenten niet zozeer traditionele zoekmachines vervangen, maar er parallel aan bestaan.

Toch verschilt het gedrag van AI-platforms aanzienlijk van klassieke zoekresultaten. Googles AI Mode genereert momenteel gemiddeld slechts twee procent uitgaande verwijzingen naar andere websites, terwijl traditionele Google-zoekopdrachten tussen de 17 en 19 procent aan doorverwijzingen opleveren. Voor generatieve AI-platforms over de hele linie ligt dat percentage zelfs op 0,2 procent.

Een interessante uitzondering vormen transactionele websites. Generatieve AI stuurt zeven procent van zijn verwijzingen door naar commerciële sites, twee procentpunt meer dan Google. Dit suggereert dat AI-platforms gebruikers directer naar aankoopmogelijkheden leiden wanneer ze eenmaal een aanbeveling doen.

ChatGPT’s dominantie binnen het GenAI-landschap is groot. Het platform neemt 80 procent van alle generatieve AI-verkeer voor zijn rekening. Googles Gemini tien procent.

Foto: Solen Feyissa / Unsplash

Ronald Hans, bedenker van WeTransfer, wil nog eens laten zien hoe je wel een bestandendeeldienst opzet en runt. Eind vorige week lanceerde hij daarom Boomerang.

“Ik heb een nieuwe, simpele service gebouwd voor het delen van bestanden, omdat WeTransfer het verkloot”, laat hij weten.

De basis van privé bestanden uitwisselen is niet veel veranderd. Webtechnologie wel.

Boomerang draait op Cloudflare. Via diens infrastructuur van mondiale servers worden bestanden zo dicht mogelijk naar de eindgebruiker gebracht, wat resulteert in hoge downloadsnelheden. Verder gebruiken ze omwille van de snelheid ook Hono, TypeScript en Drizzle ORM.

Wie het onderste uit de kan wil halen qua volume en deelopties betaalt zeven euro per maand. Anonieme, gratis gebruikers krijgen 1 gigabyte per share, wie inlogt krijgt er drie.

Hans, toen bekender onder de naam Nalden, stond in 2009 aan de wieg van WeTransfer. Dat was gratis te gebruiken en de dienst bedruipte zich door het behang van de site, de achtergrond, aan adverteerders te verkopen. Er mochten alleen mooie, goed ogende uitingen staan. Voor een meerprijs konden bedrijven hun eigen subdomein huren en meer features aanbieden. In de zomer van 2024 kwam het bedrijf uit Amsterdam in handen van de Italiaanse opkoper Bending Spoons.

De markt voor bestandendeeldiensten is ondertussen vrij druk. Wie tegenwoordig honderden of duizenden megabytes wil delen, kan makkelijk terecht bij clouds als Google en Proton maar ook bij specialisten als Smash, WeSendit en Swisstransfer.

Foto: Jonathan Cooper / Unsplash

De Nederlandse boekingsplatform Leading Courses en het Franse golfnetwerk Golfy bundelen hun bereik om het reizende golfers makkelijker maken om buiten de eigen landsgrenzen een greenfee te reserveren.

Vanaf deze maand worden de meeste Franse golfclubs uit het Golfy-netwerk stapsgewijs aangesloten op het boekings- en recensieplatform van Leading Courses. Daarmee krijgen spelers uit Europa, Azië en de Verenigde Staten toegang tot realtime beschikbaarheid van starttijden bij deze banen. Golfers uit ruim 25.000 vermelde banen kunnen kiezen.

De deal speelt in op de groeiende vraag van golfers die tijdens vakanties of zakenreizen willen spelen op onbekende banen. Door beide systemen te koppelen, hoeven clubs hun prijzen en beschikbaarheid niet meer handmatig door te geven. De integratie start bij driekwart van de clubs die gebruikmaken van GripResa, het reserveringssysteem van Golfy.

Golfy telt bijna tweehonderd aangesloten clubs in Frankrijk, Spanje, Italië, Zwitserland en België. Het gebruikersbestand is gegroeid naar 52.000 golfers die via kortingskaarten en loyaliteitsprogramma’s gebruik maken van het netwerk.

Begin volgend jaar lanceert Leading Courses de Golfy Indigo Card voor de Franse markt. Leden krijgen daarmee 25 procent korting op greenfees bij aangesloten clubs. Ook gaan beide partijen golfers en clubs aanmoedigen meer reviews te schrijven, zodat spelers beter kunnen inschatten welke baan bij hen past. De Nederlandse site biedt onderdak aan 400.000 recensies.

Foto: John Haslam (cc)

Het gebruik van generatieve AI (GenAI) binnen Nederlandse overheidsorganisaties is het afgelopen jaar flink gestegen. Dat blijkt uit de Overheidsbrede Monitor GenAI uitgevoerd door TNO in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Waar in 2024 nog slechts 8 GenAI-toepassingen werden geteld, zijn er nu 81 toepassingen in kaart gebracht binnen de overheid. Deze groei onderstreept de snelle digitalisering van de overheid, maar brengt ook uitdagingen met zich mee zoals technologische afhankelijkheid.

In het onderzoek is gekeken naar het gebruik van GenAI door verschillende overheidsorganisaties zoals ministeries, gemeenten, provincies en agentschappen (bijvoorbeeld Rijksdienst voor ondernemend Nederland ((RVO)) en het Nationaal Archief). GenAI zijn systemen die geautomatiseerd content kunnen maken op verzoek van een gebruiker, zoals de bekende Large Language Models (LLM’s).

Waar in 2024 veel GenAI toepassingen vermoedelijk nog in de kinderschoenen stonden, blijkt uit deze studie dat er momenteel al 37 toepassingen (46%) onderdeel zijn van de dagelijkse praktijk binnen overheidsorganisaties. Nog eens 29 zitten in de experiment fase. Gemeenten zetten de meeste GenAI toepassingen in (34), met name chatbots die ondersteunen bij informatieverwerking. Ter vergelijking, bij de centrale overheid zoals ministeries werden 5 toepassingen gevonden en bij agentschappen (bijvoorbeeld RVO) 6. De rapportage beschrijft diverse praktijkvoorbeelden van GenAI zoals de Archiefassistent van het Nationaal Archief, de chatbot Virtuele Gemeente Assistent van 25 gemeenten en de AI-assistent voor re-integratie coaches van WerkSaam Westfriesland.

Volgens de monitor gebruiken medewerkers van overheidsorganisaties zelf het merendeel van de GenAI-toepassingen (78%). Slechts 17% van de toepassingen richt zich direct op burgers en 2% op bedrijven. Dit toont aan dat GenAI vooral interne processen ondersteunt en versnelt. Overheidsorganisaties beperken steeds actiever de veiligheids- en privacyrisico’s van GenAI. Om schaduwgebruik te voorkomen, bieden zij medewerkers steeds vaker een organisatiebrede chatbot als alternatief voor openbare chatbots.

Veel van de gevonden GenAI-toepassingen vertrouwen op externe leveranciers voor modellen en infrastructuur. De meeste toepassingen draaien op modellen uit de VS, wat vragen oproept over controle, veiligheid en digitale onafhankelijkheid. Overheidsorganisaties erkennen deze afhankelijkheid en onderzoeken actief hoe zij minder afhankelijk kunnen worden van Amerikaanse leveranciers, dit maakt ook onderdeel uit van de Nederlandse Digitaliseringstrategie (NDS) binnen de prioriteit AI. Zo willen zij meer grip krijgen op data en infrastructuur.

Door de aandacht voor GenAI voelen overheidsorganisaties vaak druk om de technologie snel toe te passen. Zij starten veelal met GenAI om ervaring op te doen met de technologie. Daarnaast is de verwachting dat GenAI efficiëntie verhoogt en kosten bespaart. Toch is innoveren met GenAI geen doel op zich. Hoge verwachtingen en druk kunnen leiden tot een technologiepush waardoor de technologie mogelijk niet goed van de grond komt. De onderzoekers adviseren daarom om de maatschappelijke opgave centraal te stellen zodat GenAI een middel blijft in plaats van een doel.

Paramount Skydance heeft een vijandig bod van 108,4 miljard uitgebracht op Warner Bros. Discovery (WBD) — enkele dagen nadat WBD akkoord is gegaan met een overname door Netflix voor 82,7 miljard dollar.

Paramount richt zich rechtstreeks tot de aandeelhouders van WBD met een all-cash voorstel van 30 dollar per aandeel. Dat is ruim 18 miljard meer in contanten dan wat Netflix bood.

In tegenstelling tot Netflix — dat enkel de filmstudio- en streamingtak van WBD wilde overnemen — biedt Paramount aan om alle onderdelen van WBD over te nemen: dus ook kabel- en televisienetwerken.

Volgens Paramount is het aanbod van Netflix inferieur, met de nodige onzekerheid over de toekomstige waarde van de lineaire kabelactiviteiten, en een ingewikkeld regulerings- en goedkeuringsproces.

Het is ook nog maar de vraag of Netflix toestemming zal krijgen voor de overname.

Foto Coolcaesar (cc)

Nieuwsuitgever New York Times klaagt AI-zoekmachine Perplexity om schending van auteursrecht.

Perplexity gebruikt volgens de uitgever delen van zijn journalistieke producties om antwoorden te geven op zoekvragen, zonder dat de krant daar toestemming voor heeft gegeven of een vergoeding voor krijgt.

Ondanks verzoeken om dit gedrag te staken, gaat het AI-bedrijf er toch mee door.

Een woordvoerder van de krant licht toe: “Perplexity gebruikt onze content om zijn product te ondersteunen via een proces genaamd retrieval-augmented generation (RAG). Met RAG kan Perplexity het internet afstruinen en content van achter onze betaalmuur stelen en in realtime aan zijn klanten leveren. Deze content mag alleen toegankelijk zijn voor onze betalende abonnees.”

Foto: Towfiqu barbhuiya / Unsplash

Het Amerikaanse techbedrijf werkt aan Project Suncatcher, een langlopend onderzoeksproject om machine learning en AI op termijn in de ruimte te laten draaien.

De eerste satellieten met AI-hardware moeten in 2027 de aarde verlaten. Google-topman Sundar Pichai vertelde dat vorige week in een interview met Fox News.

Het project moet de groeiende energiebehoefte van kunstmatige intelligentie helpen indammen door direct gebruik te maken van zonne-energie, buiten de atmosfeer.

Het initiatief, dat intern bekend staat als Project Suncatcher, drijft op de logica dat de zon miljoenen keer meer energie levert dan we vandaag de dag op heel de aarde opwekken. Door datacenters in een baan om de aarde te plaatsen, hoopt het bedrijf die energie directer te kunnen benutten zonder tussenkomst van de atmosfeer.

Google is niet de enige die deze lijn van redenering volgt. Elon Musk is er al mee bezig. De nieuwe generatie van zijn Starlink-satellieten moeten servers meedragen die, wanneer per laser geschakeld, een datacentrum vormen.

Hij voorziet dat dit leidt tot zonaangedreven AI-satellieten die enorme rekenkracht bieden, zonder de energielast op aarde. Musk schat dat dit binnen 4 à 5 jaar haalbaar is voor 100 GW per jaar naar hoge banen en op termijn zelfs 100 TW per jaar vanaf een maanbasis.

Start-ups als Starcloud en Lumen Orbit testen al GPU’s in orbit, Red Hat en Axiom Space bouwen een datacenter in de ruimte en Lonestar Data Holdings had heel even een datacenter voor opslag en verwerking van digitale gegevens op de maan operationeel.

Foto: NASA / Unsplash

Reclamereus WPP staat sinds vorige week niet meer in de FTSE100, de belangrijkste aandelenindex van het Verenigd Koninkrijk.

Het bedrijf is qua waarde niet groot genoeg meer voor opname, zo laat de Londense beurs weten. WPP’s plek wordt overgenomen door vastgoedontwikkelaar British Land.

De wisseling is tekenend voor hoe het de groep gaat die ooit ’s werelds voornaamste reclamereus was. De marktwaarde is gekelderd van ongeveer 24 miljard pond in 2017 naar 3 miljard vandaag de dag. De aandelenkoers van het bedrijf is dit jaar met twee derde gedaald.

WPP kampt met een aanzienlijke exodus van cliënten, wat een directe impact heeft gehad op de omzetgroei en marktwaarde van het reclame- en PR-bedrijf. De groep kan moeilijk gelijke pas houden met hoe grote en kleine concurrenten AI inzetten. Van de forse investering in Googles AI-faciliteiten moeten de resultaten nog blijken.

Om de aanhoudende daling te stoppen, voert ceo Cindy Rose een reorganisatie door.

Het gerucht doet de ronde als zou het kleine Havas een bod op WPP overwegen.

Foto: Konstantin Tilberg (cc)

In zijn jaarlijkse prijsupdate geeft Amazon aan, dat de gemiddelde kosten per verkocht item met pakweg zeventien cent zullen dalen.

Ter vergelijking: het huidige prijspeil per item ligt rond de 3,30 euro, met de grove standaarddeviatie van vijftig cent. In het gunstigste geval kunnen de kosten tot wel veertig procent dalen.

“Deze update weerspiegelt het werk dat we jarenlang hebben verricht om onze activiteiten en ons distributienetwerk te optimaliseren. Naarmate we onze servicekosten blijven verlagen door middel van operationele verbeteringen en innovatie, geven we grotere besparingen door aan onze verkooppartners.”

De prijswijzigingen, hier gedetailleerd, zijn volgens Amazon in lijn met degene die ze in de VS doorvoeren. De prijsveranderingen die specifiek voor de Nederlandse markt gelden, worden nog bekendgemaakt.

Meer dan 60 procent van het aanbod op Amazon.nl is afkomstig van verkooppartners. In 2024 verkochten Nederlandse verkopers meer dan 75 producten per minuut op Amazon. Er zijn ruim 4.500 Nederlandse mkb’ers actief op Amazon, van wie circa 90 procent exporteert naar het buitenland, vooral naar Duitsland, Frankrijk en Italië. Nederlandse mkb’ers realiseerden in 2024 een exportomzet van 894 miljoen euro naar andere EU-landen.

De naamsbekendheid van AI-tools onder Nederlandse consumenten neemt verder toe, zo blijkt uit het rapport Dutch Consumer AI Monitor 2025Q4 van Telecompaper. ChatGPT blijft met 65 procent het bekendst, gevolgd door Gemini (32 procent) en Copilot (28 procent).

Kleinere toepassingen zoals Claude, Perplexity en LeChat blijven beperkt bekend. Tegelijkertijd geeft 27 procent van de Nederlanders aan geen van deze AI-tools te kennen. Die onbekendheid is het grootst onder ouderen en lager opgeleiden, wat laat zien dat AI-bekendheid sterk afhankelijk is van leeftijd, opleiding en digitale betrokkenheid.

ChatGPT verstevigt zijn leidende positie met een stijging van 5 procentpunt ten opzichte van het tweede kwartaal van 2025. De toepassing van OpenAI blijft voor veel gebruikers het uitgangspunt binnen generatieve AI. Google Gemini laat de grootste groei zien, van 21 naar 32 procent, en passeert daarmee Microsoft Copilot, dat stijgt van 24 naar 28 procent. De toegenomen beschikbaarheid via Google-diensten en integratie in Google One-abonnementen draagt bij aan deze groei.

Perplexity en Claude worden door 5 procent van de respondenten herkend; LeChat blijft steken op 2 procent. De naamsbekendheid van Perplexity blijft relatief laag, ondanks samenwerkingen met providers. In Nederland biedt VodafoneZiggo sinds maart 2025 via het Priority-programma een jaar gratis toegang tot Perplexity voor abonnees, maar deze actie heeft dus vooralsnog beperkt effect op de landelijke zichtbaarheid.

Jongeren (16 tot 24 jaar) kennen ChatGPT in 82 procent van de gevallen, gevolgd door Gemini (53 procent). Bij 68-plussers is dat respectievelijk 35 en 17 procent. Hoogopgeleiden scoren hoger in bekendheid: 76 procent kent ChatGPT, en 40 procent herkent Gemini en Copilot. Bij lager opgeleiden ligt dit op 39, 19 en 13 procent. Vrouwen geven iets vaker aan ChatGPT te kennen dan mannen (70 tegenover 60 procent). Mannen zijn daarentegen iets bekender met Gemini en Copilot.

De Europese Commissie (EC) zet haar harde optreden tegen grote techbedrijven voort. Ondanks tegenstand uit Washington, blijft de aangekondigde boete tegen X gehandhaafd.

Drie maanden nadat Google een boete is opgelegd van 2,95 miljard euro, kreeg X op vrijdag een boete van 120 miljoen euro wegens overtreding van Europese regels voor online inhoud.

De Amerikaanse regering reageerde fel: ze koppelde mogelijke verlaging van staalimporttarieven aan versoepeling van digitale regels en gaf diplomaten opdracht intens te lobbyen tegen de nieuwe Europese wetten. 

Musk zelf reageerde ook: Hij vergelijkt de EU met nazi-Duitsland en heeft het advertentieaccount van de Europese Commissie opgeschort. De Commissie zou het ‘misleidend’ gebruikt hebben.

Volgens de EU-mededingingschef Teresa Ribera is dit geen onderhandelbaar onderwerp: mededingingsrecht is geen handelsmiddel. De EU wil open, eerlijke en duurzame digitale markten beschermen — ongeacht druk van buitenaf. 

De boete wordt uitgedeeld vanwege de Digital Markets Act (DMA) — bedoeld om de macht van techreuzen in te perken — en de Digital Services Act (DSA), die platforms verplicht om strenger op te treden tegen illegale en schadelijke content. 

In de tussentijd loopt er al een nieuw onderzoek naar Meta, onder andere vanwege AI-functies in WhatsApp. De uitkomsten van die onderzoeken, en de beslissing over Googles voorstel rond advertentietechnologie, worden gezien als belangrijke tests voor de vastberadenheid van de EU.

Adtech-bedrijf Adnami zet de stap naar de Benelux en vestigt zich in Amsterdam. De Denen nemen daarbij het Nederlandse rich media-bedrijf Revolution Ad over.

Oprichter Tim van der Bilt wordt managing director voor de regio en gaat vanuit de Nederlandse hoofdstad de markt opbouwen.

Met de overname versterkt Adnami in een klap zijn lokale positie. Revolution Ad bracht het afgelopen jaar innovatieve 3D-bannerformaten op de markt, een technologie die Adnami nog niet in huis had en nu toevoegt aan het eigen portfolio. Het Scandinavische bedrijf heeft op zijn beurt ervaring met skinformaten en andere impactvolle advertentievormen die het bereik vergroten.

“Ik vind het leuk om dingen te starten en op gang te brengen”, zegt Van der Bilt over zijn nieuwe rol tegen Emerce. De ondernemer richtte Revolution Ad vorig jaar op en bouwde eerder Amazon-agency Maze-One. Daarvoor werkte hij bij Dentsu op het gebied van programmatic, digitale operaties en productinnovatie. Bij Adnami krijgt hij de opdracht om partnerships uit te bouwen en de commerciële kant van de Benelux-vestiging te leiden.

Adnami werkt in Nederland al samen met uitgevers als Massarius, Mediahuis en Refinery89. Het bedrijf draait campagnes op meer dan achtduizend websites wereldwijd en bereikt maandelijks ruim een miljard gebruikers. Die schaalgrootte combineert het met een technologieplatform dat aandachtsmeting en AI-optimalisatie centraal stelt. Voor adverteerders betekent dat toegang tot internationale inventory met meetbare impact, aldus Van der Bilt.

“Transparantie is waar het vandaag om draait”, legt hij uit. “Merken willen weten waar hun campagne precies draait, zonder verborgen kosten of zwarte dozen. Ook helderheid over viewability en daadwerkelijke impact wordt steeds belangrijker.” Die benadering staat volgens hem in contrast met traditionele audience-targeting, waarbij vaak onduidelijk blijft waar data vandaan komt.

Het Nederlandse team telt vooralsnog drie mensen. De backoffice-functies worden vanuit Kopenhagen ondersteund, waardoor verdere uitbreiding niet direct noodzakelijk is.

Adnami groeide vorig jaar qua omzet met meer dan veertig procent. Het bedrijf heeft inmiddels kantoren in Londen, Hamburg, Stockholm, Helsinki en Parijs. Amsterdam wordt begin 2026 de zevende Europese vestiging.

Foto Lindsay Martin / Unsplash

Marketingsoftwareleverancier Spotler Group heeft drie bedrijven overgenomen om zijn positie in Europa te versterken. Met de acquisities van Hive Marketing Cloud, Upvisit en Webpower Adria breidt het bedrijf zowel zijn technologische mogelijkheden als zijn geografische bereik uit.

De overnames passen in de groeistrategie van Spotler, dat zich richt op middelgrote organisaties in de commerce- en b2b-sector. Het bedrijf wil een totaaloplossing bieden voor marketingautomation, customerdata en eventmanagement. “We kijken steeds naar hoe we marketeers, eventmanagers of customer service professionals beter kunnen bedienen met de technologie die we nu hebben”, legt CMO Mark van den Berg aan Emerce uit.

Met het Britse Hive Marketing Cloud haalt Spotler een Customer Data Platform (CDP) binnen. Van den Berg: “We hebben inmiddels meerdere CDP’s overgenomen en kijken steeds naar overlap en aanvulling. Dit is een strategische overname waarmee we ook marktaandeel kopen.”

De technologie moet helpen bij het opbouwen van complete klantprofielen en het uitvoeren van gesegmenteerde campagnes. Spotler integreert de overgenomen oplossingen geleidelijk in zijn bestaande aanbod. “Typisch duurt dat zo’n twaalf maanden. Dan worden ze geïntegreerd of uitgefaseerd, zodat we klanten het betere product kunnen bieden.”

Upvisit brengt een event-app in het portfolio die bezoekers kunnen gebruiken tijdens beurzen en evenementen. Via de applicatie bekijken ze informatie en netwerken ze met andere aanwezigen. De app sluit aan bij de bestaande eventoplossingen Momice en Let’s Get Digital die Spotler al in huis heeft.

Het bedrijf ontwikkelt stapsgewijs een compleet event management-platform. Naast de bezoekersapp omvat dat registratiesystemen, badgeprinting, indeling van beursvloeren en sprekersbeheer.

Webpower Adria vertegenwoordigt een andere vorm van acquisitie. Het bedrijf fungeerde als zelfstandige entiteit met exclusieve distributierechten voor Spotler-producten in Kroatië en omliggende landen. Door de overname koopt Spotler in feite een stuk van zijn eigen omzet terug en krijgt het directe toegang tot de markt.

De deal geeft Spotler een steviger voet aan de grond in Zuidoost-Europa. Het lokale team blijft actief maar krijgt nu volledige toegang tot het bredere productecosysteem van Spotler.

De drie overnames brengen het totale aantal acquisities sinds de oprichting boven de twintig. Het grootste deel van de activiteiten bevindt zich in Nederland. Daarnaast deed Spotler twee overnames in Duitsland en met Hive de zesde in het Verenigd Koninkrijk.

Van den Berg sluit niet uit dat er snel meer bij komen. “Er staan nog wel een paar acquisities aan te komen.” Het bedrijf richt zich daarbij op technologie die aansluit bij de behoeften van zijn doelgroepen: marketeers, eventmanagers en customer service professionals.

Private equity-partij CNNB uit Rotterdam heeft een meerderheidsbelang in Spotler Group. De financiële backing ondersteunt de buy & build-strategie waarmee het bedrijf zijn Europese positie wil verstevigen.

Artificial intelligence speelt een rol in de productontwikkeling, vertelt Van den Berg. Intern zet Spotler de technologie in om sneller en efficiënter te werken. In de software die het bedrijf aan klanten levert, blijft AI echter optioneel. “Je kunt het aanschaffen en aanzetten of niet. Dat geldt zeker omdat we veel klanten in de overheid hebben, waar het wat gevoeliger ligt.”

De urgentie verschilt per klant en situatie. Intern ervaart Spotler die urgentie wel. “We zijn een grote organisatie die veel werk verzet. Met AI kunnen we dat sneller, beter en efficiënter doen.”

De overnames vonden afgelopen maand plaats. De partijen doen geen uitspraken over de financiële kant van de transacties.

Foto: Diggity Marketing / Unsplash

Netflix heeft ingestemd met de overname van de tv- en filmstudio’s én de streamingdivisie van Warner Bros. Discovery (WBD) — een deal met een waarde van 72 miljard dollar aan aandelenwaarde. 

Met deze stap verwerft Netflix controle over enkele van Hollywoods meest geliefde en waardevolle merken en franchises, waaronder Game of Thrones, de DC-comicswereld en Harry Potter. Ook krigrt Netflix HBO Max in handen.

De transactie is een combinatie van contant geld én aandelen. WBD-aandeelhouders ontvangen voor elke WBD-aandeel 23,25 dollar in contanten plus 4,50 dollar in Netflix-aandelen.

De deal zal pas afgerond worden nadat WBD zijn wereldwijde netwerken-divisie — de kabelkanalen en nieuws-/sportzenders — afsplitst en een aparte beursgenoteerde entiteit maakt, de zogeheten Discovery Global. Die afsplitsing staat gepland voor het derde kwartaal van 2026. 

Volgens Netflix combineert deze overname het wereldwijde bereik en streamingdienst met het erfgoed van Warner Bros.

Het Amerikaanse Ministerie van Justitie kan de overname nog tegenhouden. De bezorgdheid is dat een fusie van Netflix en HBO Max – beide toonaangevende streamingdiensten – een te dominante speler zou worden in de streamingmarkt. Critici waarschuwen dat dit de concurrentie ernstig kan aantasten, omdat de gecombineerde dienst zó groot zou worden dat het aanbod van content en keuzemogelijkheden voor consumenten beperkt dreigt te worden.

Het aandeel Trustpilot daalde aan de Londense beurs gisteren met ruim dertig procent op het nieuws dat een activistische belegger het bedrijf op de korrel neemt vanwege het onder druk zetten van bedrijven.

Het Amerikaanse Grizzly Research publiceerde donderdag een rapport van 43 pagina’s waarin het beweert dat Trustpilot bedrijven dwingt een abonnement te nemen op zijn dienst om slechte en negatieve recensies weg te managen. Grizzly vindt dat een maffiapraktijk.

Trustpilot, zo luidt de claim, handhaaft een selectief reviewbeleid, waardoor nep-positieve reviews voor betalende klanten worden toegestaan en echte negatieve feedback wordt verwijderd. Talrijke oplichters en frauduleuze bedrijven behouden hoge beoordelingen op Trustpilot, wat wijst op een fundamentele tekortkoming in de reviewintegriteit van het platform.

Het onderzoeksrapport staat hier online en verwoordt commentaar dat al jaren veelvuldig te horen is van de kant van ondernemers.

Grizzly laat zien, dat het aantal beoordelingen stijgt van twee van de vijf sterren als bedrijven een Trustpilot-abonnement afsluiten. Dat is geen toeval, aldus de onderzoeker die een shortpositie inneemt https://nl.wikipedia.org/wiki/Short_gaan naar aanleiding van zijn eigen publicatie. Dat is een beleggingsstrategie om geld te verdienen aan een dalende aandelenkoers.

Tot dusver ondersteunt de markt de speculatie van de activistische belegger, want het aandeel staat een derde lager dan een dag eerder.

Tether — bekend van de stablecoin USDT — heeft aangekondigd dat het zijn Bitcoin-miningactiviteiten in Uruguay stopt. Volgens het bedrijf zijn de sterk gestegen elektriciteitskosten en ongunstige energietarieven de doorslaggevende reden geweest.

Als gevolg van de stop worden circa 30 van de 38 werknemers ontslagen. De beslissing werd formeel meegedeeld aan het ministerie van Arbeid in Uruguay.

Tether had aanvankelijk plannen voor een investering tot 500 miljoen dollar, met bouw van meerdere datacenters en een hernieuwbaar energiepark. Tot nu toe was ongeveer 100 miljoen dollar besteed.

Het bedrijf vertelde dat de huidige elektriciteitstarieven geen competitieve basis vormden voor de geplande projecten — mede door ongunstige transformatiekosten en ontbrekende gunstige prijsstructuur.

Ondanks de stop zegt Tether dat het zijn langetermijnambities in Latijns-Amerika niet opgeeft en openstaat voor toekomstige projecten.

NextEnergy maakt de Terugverdien Batterij voortaan beschikbaar voor alle huishoudens in Nederland. Met een prijs van 999 euro belooft het bedrijf een voordelige thuisbatterij die consumenten zelf kunnen installeren ongeacht bij welke energieleverancier zij zitten.

De Terugverdien Batterij stelt huishoudens in staat om hun eigen zonnestroom op te slaan en later te gebruiken. Daarnaast helpt de batterij het landelijke en lokale stroomnet in balans te houden doordat opgewekte stroom van de middag ’s avonds wordt benut, waardoor er minder of zelfs geen netstroom in het huishouden wordt verbruikt.

Tot nu toe werkte de batterij alleen met een dynamisch energiecontract van NextEnergy. Vanaf 1 december verandert dat: de batterij werkt volledig onafhankelijk van waar je je energiecontract hebt lopen, dus ook met vaste, variabele en dynamische contracten bij elke andere energieleverancier.

Dankzij de slimme aansturing verdient de Terugverdien Batterij zich volgens het bedrijf in ongeveer vier jaar terug. In combinatie met een NextEnergy energiecontract wordt dit een garantie: wanneer de batterij in dat geval jaarlijks minder dan 250 euro, betaalt NextEnergy het verschil aan klanten uit tot de batterij is terugverdiend.

Het Franse bedrijf Brevo (voorheen: Sendinblue) heeft een half miljard euro venture capital opgehaald bij Amerikaanse investeerders.

General Atlantic en Oakley Capital stappen in, Partech verkoopt, en Bpifrance en Bridgepoint blijven aan als minderheidseigenaren naast het management en het personeel.

De nieuwe investering is bedoeld om meer overnames te kunnen doen, het geografische bereik verder uit te breiden op de Amerikaanse markt en de geplande investeringen (PDF) in AI te versnellen.

Brevo heeft meer dan 1.000 werknemers en zeven kantoren wereldwijd, waaronder in Parijs, Berlijn, Sofia en Austin.

Het bedrijf is primair gericht op e-mailmarketing, marketingautomation en CRM. Het biedt ook SMS, WhatsApp en pushnotificaties, maar e-mail is de kernfunctionaliteit. Brevo richt zich vooral op kleine tot middelgrote bedrijven met een focus op betaalbaarheid en gebruiksgemak. Het claimt 600.000 klanten te hebben.

Het doel is om per 2030 een omzet te realiseren van een miljard euro. Brevo genereerde in 2024 een jaarlijkse terugkerende omzet van 179 miljoen euro, met een groei van 32 procent van jaar op jaar. De meerderheid van de klanten bevindt zich in Europa, vijftien procent kwam destijds uit de VS.

Foto: Gabriel Goulart / Unsplash

Een klein deel van de 40 miljoen euro omzet van Knives and Tools komt uit private label-artikelen. Ondanks de beperkte omvang is dat nodig, om niet afhankelijk te zijn van de grillen van markt en merken.

In een boeiend vraaggesprek met Geert-Jan Smits voor Emerce TV vertelt Bouter hoe hij zijn bedrijf heeft laten groeien van zeven man in 2013 naar nu 110.

Het bedrijf uit Apeldoorn is actief in veertien landen met zestien webshops. Oprichter en directeur Bart Bouter: “Je kunt alleen heel veel spullen neerleggen als je groot genoeg bent. We zitten in een mega niche en Nederland is dan te klein. Daarom zijn we al heel vroeg naar Duitsland en Frankrijk gegaan.”

Private labels vormen bij Knives and Tools slechts tien procent van de omzet. Toch zijn ze essentieel, al is winstmaximalisatie niet het hoofddoel. “Je hebt het nodig om onafhankelijk te blijven van grote merken. Merken kunnen immers besluiten een andere koers te varen.” Dan heeft de Nederlandse shop altijd nog kwaliteitsspullen van eigen stal op reserve.

Alle activiteiten draaien vanuit het magazijn in Nederland. Het bedrijf heeft zich van meet af aan ingericht om met verschillende landen om te gaan. Wat speelt daar, wat mag er? Die aandacht voor lokale regelgeving en voorkeuren is belangrijk.

Meer dan zestig procent van de bestellingen komt van terugkerende klanten, in Nederland en Duitsland zelfs nog meer. Door die hoge loyaliteit blijven de acquisitiekosten laag.

De strikte nichefocus vormt de kern van het succes. Knives and Tools wil geen brede outdoorwinkel worden. Die bewuste keuze om niet te verbreden spreekt tegen de trend in e-commerce, waar platforms vaak juist diversificatie nastreven. Het bedrijf koestert zijn niche en probeert klanten te begrijpen in plaats van ze te verleiden met een steeds groter assortiment dat buiten de kernexpertise valt.

Bouter vertelt verder hoe hij omzichtig moet omgaan met adverteren op social media. Immers, advertenties voor messen worden vaak uitgesloten door de sociale netwerken. Maar informatieve en instructieve video’s op YouTube en organisch op de sociale netwerken werken prima. Daar staan honderden video’s live met als doel het bereik en de vindbaarheid van Knives & Tools te vergroten.

Een groot deel van de omzet komt dan ook uit organisch bezoek, wat verklaart waarom het bedrijf investeert in contentproductie. In de eigen studio worden producten gefotografeerd en gefilmd. Die video’s moeten over meerdere kanalen uitgerold kunnen worden, want afhankelijkheid van één netwerk wil Knives and Tools vermijden. Op social media adverteren met messen is sowieso lastig door de restricties. Het primaire doel van de video’s is dan ook niet directe conversie maar vindbaarheid en bereik.

Het bedrijf speelt met de gedachte om per land een filiaal te openen, bijvoorbeeld in Duitsland. Zo’n stap zou de lokale verankering versterken en wellicht nieuwe groeikansen openen. In West-Europa staat Knives and Tools er goed voor, maar in Oost-Europa valt nog winst te behalen. Ook denkt Bouter over de de bouw van een een messenplatform voor verzamelaars of een tweedehandsmarkt. “Daar valt ook veel te winnen.”

De relatie met merken is door de jaren heen verschoven. Waar het bedrijf aanvankelijk moest uitleggen wie ze waren, wordt het nu erkend als gevestigde Europese partij. Merken beschouwen Knives and Tools inmiddels als hun ingang tot de Europese markt en willen via het platform hun doelgroep bereiken. Ze adverteren bij de webshop om direct de verzamelaars en gebruikers aan te spreken die daar hun aankopen doen.