Meer dan 60.000 Nederlanders hebben zich inmiddels bij de Stichting Kansspelrecht en Schadevergoeding gemeld als gedupeerde van illegale online gokbedrijven. Een nieuw onderzoek van Motivaction, uitgevoerd onder een representatieve groep van deze melders, toont de ernstige impact: torenhoge schulden, psychisch leed en sociale ontwrichting komen op grote schaal voor. De stichting roept de overheid op tot strengere handhaving.

Het gaat om slachtoffers van gokbedrijven die destijds geen vergunning hadden om in Nederland kansspelen aan te bieden, terwijl de Wet op de kansspelen hieromtrent duidelijk is: zonder vergunning is het verboden om (online) kansspelen aan te bieden.

Tot 1 oktober 2021 was het verboden om online kansspelen in Nederland aan te bieden zonder vergunning. Desondanks bedienden buitenlandse gokbedrijven bewust de Nederlandse markt. De rechtbank Overijssel bepaalde onlangs dat twee grote aanbieders hun overeenkomsten met twee spelers als nietig moeten beschouwen. Beide spelers verloren in totaal 400.000 euro, bedragen die nu moeten worden terugbetaald.

Een aantal van deze gokbedrijven, die tot 2021 zonder vergunning opereerden en grote aantallen Nederlanders in de problemen brachten, hebben inmiddels wél een vergunning gekregen om legaal hun diensten aan te bieden. Deze aanbieders beschikken bovendien over aanzienlijk kapitaal, waardoor zij procedures eindeloos kunnen rekken. De Stichting Kansspelrecht en Schadevergoeding meent dat de overheid actie moet ondernemen.

Op de foto Achmed Baâdoud, Stichting Kansspelrecht en Schadevergoeding

Het aandeel pinbetalingen op het totale aantal betalingen aan de kassa bleef in 2024 onveranderd op 80 procent, maar bij bepaalde leeftijdsgroepen zijn er opvallende uitschieters. Vooral jongeren tussen 12 en 18 jaar en senioren tussen de 65 en 74 jaar rekenden vaker af met een pinpas, mobiele telefoon of smartwatch dan een jaar eerder. Dit blijkt uit onderzoek dat Betaalvereniging Nederland en DNB samen hebben uitgevoerd.

Jongeren tussen 12 en 18 jaar deden het afgelopen jaar meer pinbetalingen dan in 2023. Het aandeel pinbetalingen in deze leeftijdsgroep steeg met 6 procentpunten, van 78% in 2023 naar 84% in 2024. Ook senioren tussen 65 en 74 jaar pinden vaker, met een aandeel pinbetalingen dat 3 procentpunten steeg, van 75% naar 78% (zie figuur 1). Bij de meeste andere leeftijdsgroepen nam het aandeel pinbetalingen licht af of bleef het gelijk, waardoor het totale aandeel pinbetalingen in 2024 onveranderd bleef.

Het aantal betalingen aan de kassa steeg in 2024 met 3% naar 7,2 miljard transacties. Daarvan is 19% betaald met contant geld en de rest met een betaalpas, al dan niet digitaal met een mobiele telefoon of smartwatch. Minder dan 1% van alle betalingen wordt betaald met een creditcard. De waarde van al die betalingen steeg met 4%, naar €178 miljard. Opvallend is dat de waarde van alle contante betalingen aan de kassa sterk is gestegen (+11%), terwijl het aantal contante betalingen nagenoeg gelijk bleef.

Van alle betalingen aan de kassa is 80 procent een pinbetaling, net als voorgaande jaren. Het aandeel mobiele pinbetalingen aan de kassa is wederom gestegen, al vlakt deze stijging in 2024 wel af ten opzichte van eerdere jaren. Door de snelle opmars van digitale betaalpassen op een mobiele telefoon of smartwatch, ondersteunen Nederlandse winkeliers inmiddels overal en altijd de mogelijkheid om contactloos te betalen.

Bij ruim 6 procent van etalingen aan de kassa wordt de betaalpas nog steeds in de automaat gestoken. Vijf jaar eerder was dat nog 24 procent. Vooral bij hoge bedragen steken consumenten hun pinpas vaker in, terwijl ze deze ook contactloos kunnen afrekenen. Bij bedragen boven 50 euro moet je bij gebruik van de pinpas dan wel altijd de pincode intikken.

Ook onderlinge betalingen – naar familie, vrienden, collega’s en bekenden en voor school-, sport- en andere informele activiteiten – worden in het onderzoek meegenomen. Bij deze betalingen is een toename van elektronische betalingen, meestal via een betaalverzoek zoals Tikkie.

Het aantal onderlinge betalingen steeg in 2024 met 5% tot 584 miljoen. Daarvan was 64 procent elektronisch, 4 procentpunten meer dan een jaar eerder. De waarde van die onderlinge betalingen steeg zelfs met 23% tot €29,2 miljard. Daarvan werd €20,4 miljard (70%) elektronisch betaald.

Ook bij elektronische onderlinge betalingen was de sterkste groei onder jongeren tussen 12 en 18 jaar en bij ouderen. Het aandeel elektronisch steeg bij jongeren met 6 procentpunten naar 70%. Bij mensen tussen 55 en 74 jaar, steeg dat aandeel nog sterker, met 8 tot 9 procentpunten.

DigiD was woensdag wederom ‘beperkt beschikbaar’ als gevolg van aanhoudende DDOS aanvallen, zo laat DigiD-beheerder en overheidsinstantie Logius via de eigen storingspagina weten.

De afgelopen weken werd de inlogdienst al meerdere keren getroffen door dit soort aanvallen.

Sinds begin 2025 ziet Logius een ander type DDoS-aanvallen op digitale overheidsdiensten zoals DigiD. Waar deze aanvallen voorheen vooral bestonden uit massale datastromen die servers platlegden, zijn ze nu slimmer, gerichter en minder voorspelbaar. Dit vraagt om een aangepaste aanpak om de impact te minimaliseren.

Deze nieuwe aanvallen richten zich specifiek op belangrijke digitale overheidsdiensten en kenmerken zich door grillige, moeilijk herkenbare patronen. Hierdoor zijn ze lastiger te detecteren en vereisen ze een andere verdedigingsstrategie.

Logius is naar eigen zeggen ‘dagelijks bezig met DDoS-problematiek’. De meeste DDoS-aanvallen worden automatisch afgevangen door bestaande beveiligingsmaatregelen. Van de aanvallen die wel door de beveiliging heen komen, leidt het merendeel niet tot onderbreking van de dienstverlening of slechts tot korte verstoringen van enkele seconden tot minuten.

Sinds januari heeft Logius vier aanvallen geregistreerd die een langere onderbreking veroorzaakten van ongeveer een uur en één aanval met een storing van ongeveer twee uur.

De daders zijn moeilijk te achterhalen. Soms gaat het om individuele hackers, soms om georganiseerde groepen.

Terwijl Temu sleutelt aan zijn bedrijfsmodel is de verwachting dat Europa de grootste markt zal worden, nog boven Noord-Amerika, met een aandeel van 35 tot 40 procent. Dit blijkt uit een nieuw rapport dat Emerce vandaag publiceert.

Binnen enkele jaren heeft Temu een voorname plaats in de westerse e-commerce geclaimd. Het wordt – onder politieke en economische kritiek – als een bedreiging voor de westerse markt gezien. En het bedrijf toont aan sterk vooruit te plannen. Reden voor Emerce om in samenwerking met Tech Buzz China de veranderende bedrijfsvoering onder de loep te nemen. Waarbij de nadruk ligt op Europa en lessen worden getrokken uit Noord-Amerika, waar het Chinese bedrijf al verder is in zijn ontwikkeling.

Daaruit blijkt onder andere dat Temu in 2024 veel producten onder de één dollar verwijderde en subsidies terugschroefde. Daarnaast is het bedrijf overgestapt van ‘full-category operations’ naar een aanpak waarbij specifieke categorieën afzonderlijk worden beheerd door kleine teams van drie tot vijf personen.

Het semi-managed model, dat Temu steeds verder uitrolt, maakt snellere levering mogelijk door lokale voorraad. Ook geeft dit een hogere gemiddelde orderwaarde en lagere fulfilmentkosten per order. Maar het blijkt niet zonder uitdagingen. Zo is er sprake van verlies van kleine en middelgrote merchants, lage verkoopratio (sell-through lager dan vijftig procent) en hoge retourpercentages en fulfilmentproblemen.

Ondertussen verschuift de focus naar winstgevendheid. Temu verhoogt prijzen voor bepaalde categorieën (zoals kleding en meubels) met 15 tot 35 procent. Het bedrijf heeft als doel om 10 tot 15 procent onder Amazon-prijzen te blijven, maar deze marge slinkt snel.

Het volledige rapport vind je hier.

Zalando gaat ongeveer 450 banen schrappen op het hoofdkantoor in Berlijn als onderdeel van een herstructurering van de klantenservice. De online modegigant wil de dienstverlening stroomlijnen en onderbrengen bij één centrale partner, in plaats van de huidige drie interne partijen.

De reorganisatie betekent niet alleen verlies van banen: in het najaar worden er ook 200 nieuwe functies gecreëerd binnen een nieuw op te zetten klantenservicedienst. Zalando geeft aan dat ontslagen medewerkers kunnen solliciteren op deze nieuwe posities.

De ondernemingsraad waarschuwt getroffen werknemers om niet direct akkoord te gaan met vertrekregelingen en eerst juridisch advies in te winnen.

Het is niet de eerste keer dat Zalando ingrijpt in het personeelsbestand. In februari 2023 kondigde het bedrijf al aan honderden banen te schrappen, met name in administratieve en managementfuncties.

Zalando is daarmee de tweede grote Duitse speler die zijn klantenservice herstructureert. Ook de Otto Group kondigde recent aan 480 banen te schrappen, voornamelijk omdat hun huidige serviceorganisatie financieel niet meer houdbaar is.